Levensbeschouwelijk onderwijs op openbare basisschool

Stilstaan bij identiteit

 

‘Toen mijn dochter nog op de lagere school zat, was ik als lid van de ouderraad op zoek naar een methode voor het vak levensbeschouwing. Er was niks voor openbaar onderwijs.’ Petie Bout-Lugt, bestuurslid van de afdeling Enschede van de Vereniging voor Openbaar Onderwijs, is nu enthousiast voor de methode Hellig Hart. Bout is niet de enige in Enschede die meer wil voor het openbare onderwijs dan alleen aandacht voor geestelijke stromingen. Een werkgroep die werd geformeerd na een VOO-themabijeenkomst over geestelijke stromingen, ging op zoek naar mogelijkheden.

‘Ik miste iets in het openbare onderwijs. Het vak/vormingsgebied geestelijke stromingen, dat sinds 1985 op alle basisscholen een verplicht vak is, is bedoeld als kennisgebied. Levensbeschouwing is meer, het helpt leerlingen zich bewust te worden van hun eigen levensbeschouwelijke oriëntatie en die van anderen’, zegt Bout.
Geconstateerd werd dat er behoefte was aan een methode die meer zou bieden dan alleen de essentie van het leervak Geestelijke stromingen. De nadruk zou moeten liggen op de bewustwording bij de leerlingen; van de levensbeschouwelijke oriëntatie, van zichzelf en van anderen, waarbij de identiteit van het openbaar onderwijs tot uitdrukking komt. Eind 1999 werd een werkgroep ingesteld, bestaande uit vertegenwoordigers van de VOO Enschede, de Raad van Kerken en de Werkgroep Humanistisch Vormingsonderwijs. Een kadernotitie werd aangeboden aan de wethouder van Onderwijs, het Directeurenberaad Openbaar Basisonderwijs en de Raad voor Levensbeschouwingen en Religies. Iedereen reageerde positief. De wethouder gaf een stuurgroep bestaande uit vertegenwoordigers van de VOO, directeuren openbaar primair onderwijs en leden van de Raad voor Levensbeschouwingen en religies, opdracht een en ander uit te werken. Via Yvonne Beune-Bes, lid van deze stuurgroep en verbonden aan de pabo in Hengelo, maakte de stuurgroep kennis met Hellig Hart.

Identiteitsontwikkeling

Ook Bout heeft zitting in de stuurgroep van de Stichting Hellig Hart Openbaar Onderwijs. Everard Stege, docent levensbeschouwing aan de pabo in Hengelo, die de methode Hellig Hart oorspronkelijk voor het katholieke basisonderwijs ontwikkelde, is coördinator. Stege: ‘De methode is geheel vanuit het onderwijsveld zelf ontwikkeld. Studenten zochten voor hun lessen levensbeschouwing op de stageschool lessuggesties meekrijgen. Naast een aanbod van de vakgroepdocenten kwamen zij met voorstellen, gebaseerd op onder meer hun ervaringen in de stageklas. Zo is in de loop der jaren een reeks lessen ontwikkeld, die aan de basis van Hellig Hart staat.
Een jaar geleden is Hellig Hart losgekoppeld van de pabo en ondergebracht in de stichting Hellig Hart. Wij zijn mensen uit het veld die samen een methode maken, we willen niet commercieel worden.
Het vak levensbeschouwing staat ten dienste van de identiteitsontwikkeling bij kinderen. Of beter: het levert de bouwstenen om in toenemende mate tot een eigen inzicht en een eigen positiebepaling (ontwikkelingsgericht en voorlopig) te komen op zinvragen, ethisch en esthetisch gebied. Zoekontwerpen uit individuele en geïnstitutionaliseerde levensbeschouwingen, uit muziek, kunst en jeugdliteratuur zullen kinderen uitdagen/hebben de intentie kinderen te raken met het oog op een ontwikkeling tot vrije, mondige en weerbare mensen met een constructief kritische houding tegenover de (multiculturele) samenleving en de bereidheid zich te keren tegen misstanden (perspectief: menswording). De methode Hellig Hart streeft ernaar de begeleider (docent) materiaal in handen te geven waarmee op een flexibele wijze vorm en inhoud kan worden gegeven aan deze identiteitsontwikkeling. Om recht te doen aan verschillen tussen scholen, groepen en docenten zijn voor elk thema vijf projecten (projectlijnen) ontwikkeld.
Het vak wordt in tegenstelling tot godsdienstig of humanistisch vormingsonderwijs binnen het openbaar basisonderwijs door de eigen groepsleerkracht gegeven. Samen met hun leerkracht gaan de kinderen een zoekproces aan. Door Hellig Hart zien we ook dat teams ook met elkaar gaan nadenken over waar zij staan en wat hun identiteit als school werkelijk is.’

Pilot

Om te testen of levensbeschouwelijk onderwijs en in het bijzonder Hellig Hart aanslaat in het openbaar basisonderwijs wordt de methode op tien basisscholen getest. De pilotscholen hebben allemaal eerst de projecten waarden en normen uitgeprobeerd. Dit project lijkt met relatief weinig aanpassingen gebruikt te kunnen worden voor openbaar onderwijs. Na een presentatie door enkele docenten levenbeschouwing van de pabo, aangevuld met suggesties en kanttekeningen van basisschooldocenten, gingen de scholen aan de slag met het bestaande materiaal. Voor iedere bouw is een projectmap beschikbaar met daarin vijf projectlijnen bestaande uit vier lessen. Tussen de verschillende projectlijnen kunnen lessen worden uitgewisseld; leerkrachten kunnen hun lessen zo samenstellen dat het bij henzelf, de school en de samenstelling van de groep past. Het lesmateriaal in de mappen wordt ondersteund door video’s en Cd-rom’s. Bij alle onderbouwprojecten wordt gebruik gemaakt van de handpop ‘Helligie’ en een vertelkast. Deze Helligie is ook de naamgever van de methode. Helligie is een kritisch stekelvarkentje dat over allerlei zaken een eigen mening heeft, vooral over zaken die betrekking hebben op waarden en normen, ethische en praktische levensvragen. Bij de evaluatie bleken de scholen goed te kunnen werken met de projecten. Het merendeel van de leerkrachten en leerlingen is enthousiast over de doorlopen pilot. Alle pilotscholen hebben te kennen gegeven de deelname aan de pilot voort te zetten. Ze hebben zojuist het project rond Lentefeesten/Pasen uitgeprobeerd. Stege: ‘De scholen zijn ook nu weer enthousiast, al vielen de lessen waarin het lijdensverhaal van Jezus en de paasverhalen een expliciete plaats hadden minder goed. De algemene conclusie is wel “doorgaan met deze methode”.’ Bout: ‘Je merkt een honger bij die scholen naar levensbeschouwelijk onderwijs. De identiteit van het openbaar onderwijs krijgt door deze lessen een extra dimensie.’

Waarden en normen

Stege: ‘Kinderen leren thuis de belangrijkste waarden en normen van hun cultuur. Als ze later op school komen, maken ze kennis met andere waarden en normen. In Hellig Hart gaan de kinderen samen met de groepsleerkracht op zoek naar welke positie zij kunnen en willen innemen in concrete situaties. Zo is er een project lijn rond de waarde eerlijkheid. Kinderen in groep zeven/acht worden bijvoorbeeld geconfronteerd met een bochtenspel rond gevonden geld. Stel je hebt klassendienst en je vindt € 0,10. Wat zou jij doen? Dit bedrag wordt vervolgens opgevoerd en door toevoegingen steeds veranderd. Stel je vindt het geld op een grasveld buiten school, idem je vindt het geld in een portemonnee zonder naam en vervolgens een portemonnee met naam enzovoorts. In elke situatie wordt van de kinderen gevraagd wat zij zouden doen en waarom. Kinderen worden zich dan bewust dat een andere situatie tot ander gedrag kan leiden. Bij de lessen kunnen voorbeelden gebruikt worden zoals Robin Hood en/of bisschop Muskens die zeggen dat stelen in bepaalde gevallen toelaatbaar is. De lessen helpen de kinderen hun eigen positie te bepalen en gaan vervolgens verder door te kijken wat dit concreet betekent voor hun doen en laten. Zo maakt de klas bijvoorbeeld als verwerkingsopdracht samen een eerlijkheidscontract met punten waar ze zich aan zullen houden. Voorbeelden van andere projectlijnen en lessen voor groep 7/8 zijn: voorlopige positiebepalingen rond de waarden tolerantie en vrijheid. Andere verwerkingsopdrachten kunnen bijvoorbeeld zijn: maak een protestlied of gedicht.’

Vervolg

Behalve in Enschede zijn er in de omgeving meer basisscholen die willen meedoen aan de pilot. Het eerstvolgende project dat zal worden uitgeprobeerd, heeft als thema ‘Lichtfeesten/Kerst’. De basisscholen die meedoen betalen duizend euro en krijgen hiervoor de ontwikkelde materialen. Voor het geschikt maken van de projecten voor het openbaar onderwijs en deze in de markt uit te zetten, is meer geld nodig. De stichting Hellig Hart Openbaar Onderwijs is hard op zoek naar extra financiële middelen, zodat uiteindelijk meer openbare scholen deze methode kunnen gaan gebruiken. Het uiteindelijke doel is een methode voor levensbeschouwelijk onderwijs voor het openbaar basisonderwijs te ontwikkelen. De methode kan dan een belangrijke bijdrage leveren aan de identiteitsontwikkeling van openbare scholen.

Jetty de Langen-Keesman